De kabinetten van de Vlaamse ministers Kathleen Van Brempt en Hilde Crevits kondigden aan dat er de komende 2 jaar op 40 locaties flitspalen geplaatst zullen worden in Vlaanderen. De kranten brengen het nieuws en in een mum van tijd zijn de onlinefora vol van mensen die tegen zijn. Geldklopperij. Pestpalen.
De publieke opinie tegen? Het is het topje van de ijsberg: een minderheid roept, maar het is wel deze minderheid die we zien. De meeste mensen hechten belang aan verkeersveiligheid. Volgens een recente rondvraag keuren de meeste Belgen hard rijden af. Veiliger verkeer, dat is wat flitspalen voor een deel aanleveren. Ze zijn een middel in het handhaven van de snelheidsbeperkingen. Onaangepaste snelheid is een van de belangrijke oorzaken (naast onder meer alcohol) van ongevallen. Flitspalen zorgen voor verminderde snelheid. Globaal genomen neemt het aantal ongelukken dan ook af door flitscontroles. En gezien elk mensenleven de moeite waard is, zijn we blij dat flitscamera’s levens redden.
Mobiel 21 is voor. Maar niet zonder meer. Dat flitspalen helpen en hun nut hebben is één. Maar er moet nog steeds werk gemaakt worden van een mobiliteitscultuur die duurzaam veilig is. Snelheid minderen aan een flitspaal om dan 1 km verder als een gek door te vlammen kan daarbij niet de bedoeling zijn. Gedragsverandering en bewustwording zijn cruciaal. Niet de paal maar de mens is de kern van deze zaak. Bovendien is snelheid ook van belang in de bebouwde kom. Flitspalen zijn daar beperkt nuttig. Een aangepast wegbeeld in relatie tot de ruimte en gebruik van die ruimte zijn essentieel. De weg aanleggen, flitspalen … het kost miljoenen. En hoe groot was het budget ook alweer dat naar mobiliteitseducatie ging?