donderdag 23 juli 2015

Tax shift is helaas geen modal shift

Het is er dan toch van gekomen. Op Twitter gonsde het vanmorgen al over de inhoud van het akkoord dat premier Michel in de vroege uurtjes kon bereiken. Optimistisch als ik ben, zocht ik koortsachtig naar de passage over salariswagens, veralgemeende kilometerheffing, mobiliteitsbudget, stimuleren van elektrisch vervoer; en andere fiscale maatregelen die het mobiliteitsbeleid in dit land een nieuwe impuls kunnen geven. Helaas, geen woord daarover.

Ik kan alleen maar vaststellen dat principes als ‘de vervuiler betaalt’ zoals die ook in de White Paper on Transport van de Europese Commissie worden naar voor geschoven, een compromis à la Belge ondergaan. Op sommige vlakken voert men het schijnbaar in, op andere veel evidentere vlakken laat men het principe volledig los.

Wat staat er wel in? Een verhoging van de accijns op diesel. Daar kan ik vrolijk over worden. We mogen hopen dat de gemiddelde dieselrijder wat afgeremd wordt in dieselconsumptie en dus zijn rijgedrag misschien wat aanpast. Voor de gelukkigen met een salariswagen met ongelimiteerde tankkaart zal het hopelijk leiden tot een aanpassing van de car policy waarin dan toch maar een limiet op het aantal kilometers ingevoerd wordt. Maar een modal shift? Neen, daarvoor weegt deze aanpassing veel te licht.

In de begindagen van de discussie over de tax shift lag het mobiliteitsbudget nochtans ter tafel. Een mobiliteitsbudget is een persoonsgebonden budget dat werknemers vrij kunnen spenderen aan een vervoersmiddel van hun keuze. Idealiter ziet de werknemer het uitgespaarde bedrag op zijn rekening doorgestort worden. Gecombineerd met een slimme kilometerheffing geeft een dergelijk systeem aanleiding tot flexibilisering en verduurzaming in het woon-werkverkeer (zoals bleek uit het proefproject Mobiliteitsbudget Werkt! waar een daling van 37% in autokilometers vastgesteld werd). Fiscaliteit als aanjager voor een modale verschuiving in het woon-werkverkeer. Daar word ik warm van.

Dat salariswagens pasmunt zijn in het loonlastdebat, dat begrijp ik. De loonlast is inderdaad hoog. Maar die werd vandaag verlaagd, dankzij de tax shift. Mogen we dan vragen van onze werkgevers dat al die nieuwe werkwilligen, ons voorgespiegeld door de premier, in plaats van een salariswagen een abonnementje krijgen? Of een degelijke fietsvergoeding? Of misschien wel allebei, voor als het regent? Ik ga alvast met de trein naar huis, als die nog rijdt tenminste.

maandag 6 juli 2015

Niet te kort door de bocht met de Speed Pedelec

Deze zomer komt er duidelijkheid. Eindelijk. Want voor wie met een supersnelle elektrische fiets – de Speed pedelec of S-pedelec – over de Vlaamse fietspaden rijdt, is het tot nu toe een onmogelijke opdracht om volledig in orde te zijn.  In zijn antwoord op een parlementaire vraag van 30 juli 2013 stelde de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit de speed pedelec gelijk aan een bromfiets klasse B. Dat betekent: rijbewijs AM, een nummerplaat, homologatie, een bromfietshelm, en een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid (de motorrijtuigen-verzekering).

Maar je moet goed zoeken naar een verzekeraar waarbij je terecht kan, want bij heel wat verzekeringskantoren klinkt het dat de verzekering BA enkel verplicht is voor motorrijtuigen en dat zijn rijtuigen “bestemd om zich over de grond te bewegen en die door een mechanische kracht kunnen worden gedreven.” De motor van een Speed Pedelec draait echter alleen als je zelf meetrapt en kan dus niet zonder spierkracht voortgedreven worden. 

Door het aantal fietsen dat je voorbij ziet zoeven mét nummerplaat en bromfietshelm,  wordt meteen duidelijk dat ook de andere aspecten van de bromfietsregeling niet echt doorgedrongen zijn tot de gemiddelde S-pedelec-gebruiker.
De motor van de speed pedelec biedt ondersteuning tot 45 km per uur. De conclusie ligt voor de hand: ze gaan even snel als bromfietsen klasse B, dus zijn het bromfietsen klasse B. We moeten waken over de verkeersveiligheid. Dat is zeker. Maar een speed pedelec gelijkstellen met een bromfiets, dat is wat kort door de bocht. En met een fiets kort door de bocht gaan, is zelden een goed idee…  

Voor Mobiel 21 is de speed pedelec een fiets. En wij zijn niet alleen: ook Fietsberaad Vlaanderen pleit ervoor om de pedelec zoveel mogelijk als een fiets te behandelen. En daarbij moet elke weggebruiker de verantwoordelijkheid nemen om zijn snelheid en gedrag aan te passen aan de omstandigheden op de weg, zoals de wet het trouwens voor elke weggebruiker voorschrijft.   
Het eenvoudigste argument voor deze redenering is dat je bij een pedelec nog steeds moet trappen om vooruit te kunnen komen. Maar er zijn nog meer argumenten:
  • Een speed pedelec rijdt bijna nooit 45km/u. De S-pedelec haalt gemiddeld op een woon-werktraject slechts 28km/u. Slechts een derde van het traject rijdt hij sneller dan 30 km/u. Om aan een constante snelheid van 40 km/u te kunnen rijden, moet een S-pedelec-gebruiker daarbij zelf een vermogen van bijna 250 Watt leveren. Ter vergelijking: gewone fietsers leveren gemiddeld 150 Watt en getrainde fietsers tussen de 200 en 250 Watt. Cancellara rijdt de Ronde Van Vlaanderen met een gemiddeld vermogen van 285 Watt. Waarom andere regels laten gelden voor een racefiets of mountainbike dan voor de S-pedelec, als er in de praktijk zo weinig verschil tussen is? Fietsen op een S-pedelec is als rijden op een koersfiets met een duwtje in de rug.
  • Cancellara zou de Ronde Van Vlaanderen ook niet met een bromfietshelm willen rijden. Een sportieve inspanning leveren gedurende een rit van gemiddeld 30 minuten: doe het met een bromfietshelm en je hoofd zal smelten voor je op je werk aangekomen bent. Het gebruik van een fietshelm moet zeker aangemoedigd worden.  Of nog beter: er worden speciale speed pedelec helmen ontwikkeld die beter beschermen dan een fietshelm, maar toch meer ventilatie bieden dan een bromfietshelm. Moet de helm verplicht worden? Een helm is niet verplicht voor race-fietsers en mountainbikers, maar de meesten dragen hem toch…
  • We willen minder auto’s op de baan. Dat is niet alleen beter voor het milieu, maar ook voor onze Vlaamse economie. De pedelec is een valabel alternatief voor de wagen, dat blijkt uit de enquête van Mobiel 21 in de lente van 2014. Maar liefst 46% van de bevraagde pendelaars deed zijn e-fietsrit vroeger met de auto. Voor wie lange afstanden aflegt en een beetje sportief is aangelegd, is een speed pedelec een interessanter alternatief voor de wagen dan de gewone pedelec. Hoe meer regels en administratieve rompslomp, hoe groter de drempel om de speed pedelec te nemen.
  •  We willen gezonde werknemers. Als je met de speed pedelec de regels voor een bromfiets moet volgen, is het gemakkelijker om met de wagen te blijven rijden. Of om een bromfiets te kopen. Rijden op een speed pedelec is een sportieve inspanning, die de gezondheid en het welbevinden verhoogt. Dat is goed voor de productiviteit van de werknemer en verlaagt het absenteïsme.
  • Om de speed pedelec te laten concurreren met de auto, moet hij gebruik kunnen maken van doorsteekjes en fietssnelwegen. Daarbij is het aan de fietser om zijn snelheid aan te passen aan de omgeving, net zoals gewone fietsers dat nu ook moeten doen in voetgangersgebieden bijvoorbeeld. Bovendien willen we dat de investeringen in kwalitatieve fietssnelwegen renderen door zoveel mogelijk pendelaars op de fiets te krijgen.
  • De speed pedelec blijft een niche-product. Onze fietspaden zullen niet overspoeld worden door supersnelle e-fietsen. De tijdswinst die een speed pedelec biedt ten opzichte van een gewone elektrische fiets brengt enkel op bij lange afstanden. Enkel sportieve fietsers zullen een voldoende hoge snelheid halen om veel tijdswinst uit een speed pedelec te halen. De vrijetijdswielrenner is meer geïnteresseerd in het trainen van de spierkracht dan in de snelheid – speed pedelecs zullen daar wellicht eerder gebruikt worden door wielrenners die het fysiek te moeilijk krijgen om de groep bij te houden.
  • Een fietser is een zachte weggebruiker. Dat geldt ook voor racefietsers. Waarom zou het niet gelden voor een speed pedelec-gebruiker die een gelijkaardige inspanning levert? Een verplichte verzekering BA impliceert dat de speed pedelec gebruiker niet langer beschouwd wordt als een zachte weggebruiker en dus ook niet vergoed wordt voor lichamelijke schade wanneer hij of zij in fout is. Mobiel 21 pleit voor het behoud van het statuut van zachte weggebruiker, maar raadt iedereen aan om een familiale verzekering te nemen voor eventuele materiële schade en schade die je aan andere zachte weggebruikers berokkent.


Wat betekent dit dan voor de nieuwe wetgeving? Een speed pedelec is uiteraard niet hetzelfde als een gewone fiets. Het voertuig vergt een uitstekende fiets- en verkeersvaardigheid en de gevolgen van ongevallen zijn vaak ernstiger dan bij een gewone fiets. Op de volgende punten zou de regelgeving voor speed pedelecs best toch afwijken van die voor fietsers:
  • Minimum leeftijd: 16 jaar, maar gebruik van de S-pedelec door adolescenten is af te raden o.w.v. het verhoogd risicogedrag en gebruik door senioren ook o.w.v. het verhoogd ongevalsrisico.
  • Gebruik van fietspaden aangeduid door wegmarkering of verkeersbord D7: kopieer de regels voor bromfiets klasse B (minder dan 50 km/u: toegelaten tenzij expliciet verplicht of verboden door onderbord “S-pedelec” - meer dan 50 km/u: verplicht tenzij verboden door onderbord)
  • Gebruik van fietspaden aangeduid door verkeersbord D9 of D10: Toegelaten tenzij expliciet verboden of verplicht door onderbord “S-pedelec”.

Het aanbod cursussen rond veilig elektrisch fietsen groeit gestaag. Cursussen toegespitst op werknemers van bedrijven en met aandacht voor de speed pedelec zijn zeker een aanrader om e-fietsers veilig op weg te helpen. 


Meer aanbevelingen rond het inzetten van de elektrische fiets voor woon-werkverkeer vind je hier.

Door Sarah Martens, Mobiel 21.