Mijn auto, mijn vrijheid? Autoreclames laten het ons graag geloven. De kilometerslange file elke dag doen anders vermoeden.
Mijn fiets, mijn vrijheid? Dat is het gevoel dat vele moedige fietsers met je delen. Heerlijk om een file voorbij te fietsen in de ochtendspits.
Mijn trein, mijn vrijheid? Niet de slogan waar de NMBS mee uitpakt, maar misschien is voor jou de trein wel altijd een beetje reizen?
Mijn mobiliteit, mijn vrijheid? Ook dat is niet voor iedereen waar. Mobiel zijn betekent voor jou en voor mij kunnen kiezen: jij kiest waar en wanneer je ergens naartoe gaat en hoe je je verplaatst. Naar je werk, je school of je cultureel avondje uit. Naar de dokter die je nodig hebt en naar de sportclub.
We verplaatsen ons per dag gemiddeld drie keer, zonder daar echt bij na te denken. Je begrijpt al waar ik heen wil: naar de mensen voor wie dit verhaaltje niet klopt. Heel wat mensen worden uitgesloten van onze maatschappij omdat ze beperkt mobiel zijn. Er zijn mensen voor wie het gebrek aan mobiliteit als een onzichtbare en vaak onderschatte rode draad door hun leven loopt. Ze geraken niet bij de dokter, op een sollicitatie, op het werk, op school, bij de bakker, … . Ze zijn met andere woorden vervoersarm.
“Te voet gaan is soms moeilijk als het echt ver is en de bus en tram zijn dan weer zo moeilijk om op en over te stappen. Dan blijf ik gewoon thuis."Jos (Getuigenis Netwerk tegen armoede)
“Dat netwerk, dat is het wat je mist. Wie moet ik vragen om me te voeren, om me te helpen? Die stap zetten om te bellen, ge moet dat al durven. Er is altijd schrik voor dat antwoord. Heeft ze tijd, zal ze wat zeggen? En ik moet al regelmatig wat vragen hé, en altijd aan dezelfde.”Ann (Getuigenis Welzijnsschakels)
Ergens geraken zonder auto is op zich al een behoorlijke uitdaging in ons land, waar koning auto in de watten wordt gelegd. Het openbaar vervoer kan een deel van de oplossing bieden. Maar het aanbod is beperkt, zowel in tijd als in ruimte, zeker op het platteland.
Bovendien is het soms moeilijk in gebruik (probeer de boekjes met uurtabellen maar eens te ontcijferen). De fiets kan helpen, want het is goedkoper dan een auto, maar voor sommigen toch nog te duur. Bovendien kan niet iedereen kan fietsen en geraak je niet overal met een tweewieler. En dan zijn er nog de auto- en fietsdeelinitiatieven, de mindermobielencentrale en tal van andere initiatieven die de oplossing kunnen zijn in een dagelijkse mobiliteitsnood.
Vervoersarmoede gaat in de eerste plaats over het aanbod van vervoer of over de kostprijs ervan. Maar het gaat ook over kennis en vaardigheden om het bestaande aanbod te gebruiken. En daar kunnen we samen aan werken! Als vervolg op de campagne van ikgeraakerniet, lanceert Mobiel 21 samen met Welzijnsschakels en het Netwerk tegen Armoede de website ikgeraakerniet.be. Een platform om de uitdaging van vervoersarmoede aan te pakken. Een inspiratieplaats met kleine en grote ideeën.
Voor iedereen die er wil geraken, maar het om de één of andere reden niet kan. En voor iedereen die mensen, letterlijk en figuurlijk, op weg wil helpen.
Ilse (Getuigenis Netwerk tegen armoede) “Wanneer je een belbus wil reserveren, sturen ze je nogal eens van ’t kastje naar de muur: dan hang je een hele tijd aan de lijn en voor je het weet is je belkrediet op.”
Lees ook op de blog van de andere Kris Peeters: Mobiliteitsarmoede, de praktijk.