Hopelijk verslikte Minister Crevits zich even stevig in haar ochtendkoffie toen ze het volgende las in De Standaard van 12/10/2011: “Touring wil meer en smallere rijstroken op gewestwegen. “.
Maak elke strook wat smaller. Zo kan iedereen vlotter naar het werk. De Touring-oplossing klinkt haast te eenvoudig, bijna solidair en gebalanceerd. Helaas, beste mensen, het gaat gewoon om een extra rijstrook die volledig ten koste gaat van ruimte voor fietsers en voetgangers. Voor automobilisten komt er 2,5m bij, voor fietsers en voetgangers gaat er 2,5m af. Voor wie van procenten houdt: op een gewestweg is vandaag 58% van de ruimte voorbehouden voor automobilisten, in het Touring-voorstel wordt dat 74%. Hallo, mobiliteitsvereniging? Automobilistenvereniging zou correcter zijn.
Touring zegt de mosterd te halen uit Nederland. Daar hebben ze het systeem getest rond Rotterdam en Den Haag, met een daling van 35% in de filezwaarte tot gevolg. In Vlaanderen moet dat ook kunnen, vindt Touring. Naast de klassieke stokpaardjes zoals betere afstemming van verkeerslichten, en tunnels pleit men voor meer, maar smallere rijstroken. Ook fiets- en voetpaden moeten in dat geval smaller. Meer capaciteit, vlottere doorstroming en als klap op de vuurpijl beweert Touring dat smallere rijstroken automobilisten trager doen rijden en dus de veiligheid verhogen.
De mosterd uit Nederland? Het zal me wat. Behalve dat men daar liever pindasaus eet, zijn er nog wel wat verschillen. Nederland heeft nooit toegestaan dat er langs drukke verkeersassen of gewestwegen lintbebouwing of commerciële activiteit ontstond. Bijkomend feit is dat Nederland over veel meer ruimte beschikt dan Vlaanderen. Maar het meest frappante argument is toch wel dat Nederland een pak méér ruimte geeft aan fietsers dan Vlaanderen nu doet. En dus niet minder zoals Touring voorstelt.
Is het dan een ingenieus idee van Touring zelf? Ach neen. Dit en andere tenenkrullende voorzetjes werden al eens gegeven tijdens de voorstelling van de Visietekst Personenmobiliteit in Vlaanderen van de Werkgroep Metaforum Leuven. Deze club van voornamelijk ingenieurs en economisten heeft de personenmobiliteit in Vlaanderen vooral vanuit mogelijke capaciteitswinst en efficiëntiewinsten bekeken. Een verdienstelijke poging, zij het niet dat men voorbijging aan de basisdefinitie van een duurzaam mobiliteitssysteem. Mobiliteit is duurzaam als het verplaatsingssysteem werkt, betaalbaar is, ecologisch verantwoord is, veilig is en rechtvaardig is (Miermans, Het Mobiliteitshandboek – Afl . 8, oktober ’98, p. 190) Als ik me niet vergis zat Danny Smagghe daar ook in het publiek.
Goed dan, stel dat we inderdaad gaan naar een vermeerdering van het aantal rijstroken. Iedere Vlaming die langs een gewestweg woont, krijgt dan een brullende viervaksweg voor zijn deur. Vier smalle vakken die samen 11,5 meter breed zijn: van een barrière gesproken. Wat doen we verderop wanneer de gewestweg versmalt en door een dorpskern raast? Onteigenen dan maar? Zebrapaden met betonnen afsluitingen? Scholen verplaatsen? Fietsers met harnassen? Valmatten langs het fietspad?
De provocerende toon van de Touring-brulboei van dienst is niet nieuw. Herinner u het debacle met de toxische fietskarren. Maar het mag wel wat serieuzer. Fietsers en voetgangers worden nu al moreel verplicht om als een halve kerstboom rond te rijden, een schuimrubberen harnas zou er echt over zijn. Minder in plaats van meer ruimte voor fietsers en voetgangers, dat is nu echt wel middeleeuws. Gelukkig hebben wij in Vlaanderen een minister die het STOP-principe als beleidsprincipe hanteert. Ja toch? Mevrouw Crevits? Hilde? Alsjeblieft?
Maak elke strook wat smaller. Zo kan iedereen vlotter naar het werk. De Touring-oplossing klinkt haast te eenvoudig, bijna solidair en gebalanceerd. Helaas, beste mensen, het gaat gewoon om een extra rijstrook die volledig ten koste gaat van ruimte voor fietsers en voetgangers. Voor automobilisten komt er 2,5m bij, voor fietsers en voetgangers gaat er 2,5m af. Voor wie van procenten houdt: op een gewestweg is vandaag 58% van de ruimte voorbehouden voor automobilisten, in het Touring-voorstel wordt dat 74%. Hallo, mobiliteitsvereniging? Automobilistenvereniging zou correcter zijn.
Touring zegt de mosterd te halen uit Nederland. Daar hebben ze het systeem getest rond Rotterdam en Den Haag, met een daling van 35% in de filezwaarte tot gevolg. In Vlaanderen moet dat ook kunnen, vindt Touring. Naast de klassieke stokpaardjes zoals betere afstemming van verkeerslichten, en tunnels pleit men voor meer, maar smallere rijstroken. Ook fiets- en voetpaden moeten in dat geval smaller. Meer capaciteit, vlottere doorstroming en als klap op de vuurpijl beweert Touring dat smallere rijstroken automobilisten trager doen rijden en dus de veiligheid verhogen.
De mosterd uit Nederland? Het zal me wat. Behalve dat men daar liever pindasaus eet, zijn er nog wel wat verschillen. Nederland heeft nooit toegestaan dat er langs drukke verkeersassen of gewestwegen lintbebouwing of commerciële activiteit ontstond. Bijkomend feit is dat Nederland over veel meer ruimte beschikt dan Vlaanderen. Maar het meest frappante argument is toch wel dat Nederland een pak méér ruimte geeft aan fietsers dan Vlaanderen nu doet. En dus niet minder zoals Touring voorstelt.
Is het dan een ingenieus idee van Touring zelf? Ach neen. Dit en andere tenenkrullende voorzetjes werden al eens gegeven tijdens de voorstelling van de Visietekst Personenmobiliteit in Vlaanderen van de Werkgroep Metaforum Leuven. Deze club van voornamelijk ingenieurs en economisten heeft de personenmobiliteit in Vlaanderen vooral vanuit mogelijke capaciteitswinst en efficiëntiewinsten bekeken. Een verdienstelijke poging, zij het niet dat men voorbijging aan de basisdefinitie van een duurzaam mobiliteitssysteem. Mobiliteit is duurzaam als het verplaatsingssysteem werkt, betaalbaar is, ecologisch verantwoord is, veilig is en rechtvaardig is (Miermans, Het Mobiliteitshandboek – Afl . 8, oktober ’98, p. 190) Als ik me niet vergis zat Danny Smagghe daar ook in het publiek.
Goed dan, stel dat we inderdaad gaan naar een vermeerdering van het aantal rijstroken. Iedere Vlaming die langs een gewestweg woont, krijgt dan een brullende viervaksweg voor zijn deur. Vier smalle vakken die samen 11,5 meter breed zijn: van een barrière gesproken. Wat doen we verderop wanneer de gewestweg versmalt en door een dorpskern raast? Onteigenen dan maar? Zebrapaden met betonnen afsluitingen? Scholen verplaatsen? Fietsers met harnassen? Valmatten langs het fietspad?
De provocerende toon van de Touring-brulboei van dienst is niet nieuw. Herinner u het debacle met de toxische fietskarren. Maar het mag wel wat serieuzer. Fietsers en voetgangers worden nu al moreel verplicht om als een halve kerstboom rond te rijden, een schuimrubberen harnas zou er echt over zijn. Minder in plaats van meer ruimte voor fietsers en voetgangers, dat is nu echt wel middeleeuws. Gelukkig hebben wij in Vlaanderen een minister die het STOP-principe als beleidsprincipe hanteert. Ja toch? Mevrouw Crevits? Hilde? Alsjeblieft?